Hoe wil u dit instellen?

 
  • Verbinden via een router (aanbevolen)

Deze verbindingsmethode is beschikbaar als u een toegangspunt (draadloze router) hebt in uw woning of op uw kantoor. Wij raden deze verbindingsmethode aan omdat u de Epson Connect-service kunt gebruiken via internet.


 
  • Direct verbinden (Wi-Fi Direct)

Selecteer deze verbindingsmethode als u geen toegangspunt (draadloze router) hebt. Zorg dat de printer en het smart-apparaat direct met elkaar verbonden zijn. U kunt maximaal vier smart-apparaten verbinden met de printer, maar er zijn geen internetservices beschikbaar omdat het een lokaal netwerk is.


 
  • Verbinden met een printer die al verbonden is met uw netwerk

Als uw printer al verbonden is met het netwerk, verbindt u het smart-apparaat met hetzelfde netwerk als de printer. De printer is dan beschikbaar vanaf het smart-apparaat.

 
  • Als uw smart-apparaat is verbonden met een specifiek toegangspunt (draadloze router)

Als er een ander toegangspunt (draadloze router) is voor het verbinden met de computer, verbindt u het smart-apparaat met dat toegangspunt. Als er geen andere toegangspunten (draadloze routers) zijn dan het toegangspunt voor verbinden met het smart-apparaat, sluit u de printer aan op dat toegangspunt.
Selecteer "Verbinden via een toegangspunt (aanbevolen)" wanneer de printer niet is verbonden met het netwerk. Selecteer "Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden" wanneer de printer al is verbonden met het netwerk.


 
  • Als u het smart-apparaat wel met de printer wilt verbinden, maar niet met hetzelfde netwerk als de printer

Verbind het smart-apparaat direct met de printer (Wi-Fi Direct). De printer is dan beschikbaar op een Wi-Fi-verbinding en een directe verbinding (Wi-Fi Direct).


 
  • Als u tethering (het delen van internet) gebruikt op het mobiele apparaat

U kunt niet verbinden met de printer vanaf het smart-apparaat wanneer u tethering gebruikt op het smart-apparaat. Schakel tethering uit en maak dan verbinding met de printer.
Selecteer "Verbinden via een toegangspunt (aanbevolen)" wanneer de printer niet is verbonden met het netwerk. Selecteer "Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden" wanneer de printer al is verbonden met het netwerk.