De printer en het smart-apparaat direct verbinden (Wi-Fi Direct)



1  Selecteer Wi-Fi instellen op het startscherm en druk op de knop OK.

2  Selecteer Wi-Fi Direct en druk op de knop OK.

3  Druk op de toets OK.

4  Druk op de toets OK.

5  Druk op de toets OK.

6  Voer de SSID en het wachtwoord in die worden weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Selecteer via het wifi-scherm op het smart device de SSID die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.

7  Voer het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.

8  Nadat de verbinding is gemaakt, tikt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.

9  Druk op de toets OK.

Volgende »

  • Wanneer een bericht, zoals "er kunnen geen smart-apparaten meer worden verbonden" wordt weergegeven op het scherm van de printer

Het maximale aantal apparaten dat tegelijkertijd met de printer kan worden verbonden, is overschreden. Koppel een van de verbonden Wi-Fi-apparaten los.